In 1439 werd aan het Martinikerkhof een reeds bestaand gebouwencomplex ingericht als fraterhuis van de Broeders des Gemenen Levens. Van 1568 tot 1576 deed het dienst als residentie van de Groninger bisschop. Daarna kwam het in gebruik als stadhouderlijke residentie en kreeg het de naam Prinsenhof. In 1626 liet stadhouder Ernst Casimir het complex uitbreiden met een grote tuin. Deze ommuurde Prinsentuin bestaat uit een kruidentuin, een rosarium, overdekte beukenhagen en een buxustuin.